Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [47]Want zoudt Gij ons [48]ganselijk verwerpen? Zoudt Gij zozeer tegen ons verbolgen zijn? 47. Alsof zij zeiden: Heere, het schijnt dat Gij ons ganselijk verworpen hebt, doordien Gij ons dus zwaarlijk en dus lang straft; wij bidden U, ontferm U eindelijk over ons en verminder onze ellenden, dewijl wij met hartelijk berouw en leedwezen onze toevlucht tot U nemen. 48. Hebreeuws, verwerpende verworpen hebben.